Locomotief
NS 7100
Hier gaat het dus om. Een tenderloc
die even gemakkelijk voor- als achteruit kan rijden. Goed passend bij
een heen- en weerbaan. Bovendien voor de bouwer: binnen liggende
cylinders dus geen moeilijke schaar onderdelen aan de buitenkant. Er
zijn nog al wat verschillende uitvoeringen van deze loc, getuige het
onderstaande plaatje:
We zien hier dat de loc geen verhoging op het maschinistenhuis
heeft en in plaats van de krik voorzien is van een westinghouse pomp.
Ook zijn er drie koplampen te zien in plaats van twee stuks. Ook is in
de bovenstaande loc geen zandsproeier aanwezig, in het onderstaande
model wel. Duidelijk is ook de zanddom boven op de ketel te zien.
Goed deze loc gaan we dus maken. Allereerst een tekening. Die is te
vinden bij de NVM. En ziet er als onderstaand uit.
De tekening is op schaal 1:87 en
wij
willen hem op spoor 0 grootte hebben, dus 1:43,5. Geen nood, inscannen
en via vergroting uitprinten op op de juiste schaal. En dan de tekening
maken. Weer opnieuw want mijn tekening is de voorbereiding van wat ik
ga maken. Dus geen onnodige of onmaakbare details.
Mijn tekening dus hieronder:
Duidelijk dus, de wielen ga ik niet
maken, dus gewoon weglaten. Wel moet ik een duidelijk inzicht
hebben van de aandrijving. Een duscussie in de club dus. Hoe chard of
hoe langzaam moet de loc kunnen rijden? Graag stapvoets is de inbreng
van de anderen.Dit antwoord bepaald de motor en de overbrenging.
Kleinigheden nog: Graag niet teveel lawaai en geen aandrijving te zien
in of aan het model. De tekenplank brengt weer uitkomst, zoals
hieronder te zien is:
We zien hier het frame dus. De
motor gekozen uit de voorraad die ik aan motoren opgespaard heb. De
rotor is 5-polig, koolborstels zijn vervangbaar en heeft een rustige
gang. Verder moet alles passen binnen de ruimte gegeven door de
vuurkist, die als stippellijn gegeven is. K4euze is gevallen voor de
wormaandrijving. Worm met spoed van 1,25 mm met bijpassend tandwiel met
moduul van 0.4. Tandwiel zo groot mogelijk, wat uitkomt op 60 tanden.
De wielen toch maar gekocht bij Godfather Models & Supply,
www.gmens.nl. Eigenlijk een rib uit het lijf. Bij beschouwing bleek de
juiste maat niet vooradig. Dus maar gekozen voor een iets kleiner wiel
(Een set voor een Engelse 1-B-1 loc) maar wel met het juiste aantal
spaken.
Het vervaardigen van de tandwielen is cruciaal. Als het tandwiel niet
goed is loopt de loc slecht. Jieronder in een paar plaatjes hoe het
maken van het tandwiel op mijn EMCO Compact 8 eigenlijk gaat.
Dit eerste plaatje laat zien hoe
het begint.
Drie plaatjes messing zijn samen op een doorn geplaatst en afgedraaid
tot de gewenste diameter. De doorn bestaat uit een 10 mm dikke stalen
pen met een kort uiteinde van 6 mm dik waarop de drieplaatjes met
een m6 bout bevestigd kunnen worden. Na afdraaien zijn de drie plaatjse
schijnbaar een dikke plaat geworden.
De keuze is gevallen op een 1 mm dik tandwiel. Dat lijkt dun, maar een
dikker tandwiel velangt schuine tanden bij deze kleine spoed, en mijn
freesvoorziening van mijn draaibank kan dat niet aan.
Het lijkt hier alsof de klauwplaat
nog gewoon in de draaibank zit maar dat is niet zo. Zonder de doorn met
afgedraaide schijven uit de klauwplaat te halen
is de klauwplaat uit de draaibank en in mijn verdeelkop op het
beweegbare bed gezet waar normaal de beitelhouder op gemonteerd staat.
Op de foto is goed te zien dat de doorn een puntvormig uitsteeksel
heeft. Dit is cruciaal voor het op juiste hoogte stellen van de
moduulfrees die door een aparte motor aangedreven wordt. Zonder deze
doorn is het vrijwel niet mogelijk de frees zo in te stellen dat de
tanden volkomen radiaal gaan lopen.
Het frezen van de tanden begint hier
al aardig op te schieten. Tand voor tand wordt er nu apart ingefreesd.
Eerst grof op ca.75% van de totale gewenste diepte, en in de tweede
slag exact tot de gewenste diepte. In totaal dus 120 freesbewerkingen
Een nauwkeurig karwei omdat na elke freesberwerking de klauwplaat weer
1 stapje van de 60 posities op mijn verdeelkop verzet moet worden.
We zijn helemaal rond en het tandwiel ziet er vgoed uit.
Zo te zien mooi symmetrisch en voldoende diep. We gaan de moer die
alles bij elkaar houd maar losmaken
Hiernaast zien we de drie losse
tandwielen.
Twee reserve, we hebben er maar een nodig. Die moet nog op een rondsel
gezet worden. Dat is te zien in het volgende plaatje.
In principe gebruik ik de zefde techniek als gebruikelijk bij Mecano.
Het tandwiel krijgt een rondsel met een stelschroef. Is dus gemakkelijk
demonteerbaar van de drijfas. Twee plaatjes hieronder laat zien hoe dat
gaat.
Het tandwiel wordt tegen de klauwplaat gezet met het rondsel er
tegenaan, op een stift (de boor van de dikte van de aandrijfas). Het
rondsel heeft een borst wat net iets grote is dan het gat in het
tandwiel. Gebruikelijk is dat bij mij ongeveer 0.005 mm. De borst is
aan het einde wat afgerond zodat het rondsel beter 'het gat vindt'.
Door de boorkop via het transport van de vaste kop naar voren te
drukken wordt het rondsel in het gat van het tandwiel geperst. Het
resultaat is te zien in het volgende plaatje:
We zien het tandwiel wat we gaan gebruiken op de drijfas van de te
maken loc en de twee andere tandwielen die aan de buitenzijden op de
doorn gezeten hebben tijdens het freezen. Deze buitentandwielen
zijn soms wat gerafeld door het inzetten en loskomen van de frees bij
het freezen van de tanden van het wiel. Hier hebben we geluk gehad. De
buitentandwielen zien er ook goed uit en kunnen dien als reserve voor
het geval het gebruikte tandwiel versleten is.
Om alles te beeindigen resteerd er nog een bewerking. Dat is het
inslijpen van tandwiel op wormwiel. Dat is absoluut nodig om een
rustige gang te krijgen.
Het laatste plaatje laat zien hoe dat inslijpen gebeurd. Ja, simpel dus
gewoon in het frame van de loc met als smeermiddel een mengsel van
koperpoets en naaimachine olie.
Dit plaatje laat ongeveer zien hoever ik ben. We zien het frame van de
loc. De drijfwielen met koppelstangen en de loopstellen. We zien
de motor, aangesloten op mijn voeding via een kastje (filmdoosje) met
omkeerschakelaar. Het frame ligt wat verhoogd, zodat de wielen vrij
kunnen draaien. Dit is de ultieme test of het dtrijfwerk goed werkt.
Alles moet redelijk geluidloos en rustig kunnen lopen. Na een uurtje
draaien zijn tandwiel en worm met het olie-poets mengsel redelijk
ingesleten.
Nog en handigheidje: De motor ligt op een schuin platform. Om de goiede
afstand te krijgen tussen worm en tandwiel ligt er een dun plaatje
styreen tussen motot en de messing basisplaat. Plaatje en motor zijn
eenvoudig gelijmd met twee seconde lijm. Veel makkelijker dan schroef
of klembevetigingen. Moet de motor er uit? Simpel, met een scherp
Stanleymes breek je de motor er zo uit.
Op de achtergrond de kap van de loc. Geheel uit messing gesoldeerd,
behalve de ketel zelf. Die is van 30 mm dik PVC-buis.
Tot zover dus dit relaas over de bouw van de loc 7100 in schaal 0
Als afsluiter, hier nog de staat van het model nu:
Klaar voor uitgebreide proefritten op de spoor 0
Houthuizenbaan van
onze club.
Nu, een tijdje verder is de loc verder afgewerkt. En ziet er uit zoals
in het onderstaande plaatje:
Het eerste wat we zien is de primaire schilderbeurt.
Eigenlijk een test of dit de goede kleur is. De loc ziet er trouwens
nogal verweerd uit. Dat komt omdat de loc al stevig gebruikt is op de
Houthuizenbaan van de club die ook in schaal 0 gebouwd is.
Alleen ligt daar de rail niet goed genoeg voor gebruik van
'Slaters' finescale wielen. Vooral de loopstellen hebben het hier
zwaar te verduren. Tijdelijk is de loc voorzien van EMS spaakwielen die
grotere flezen hebben. Met deze loopstellen loopt de loc goed
over de baan.
We zien verder de koplampen, gemaakt van twee gelige LED's met een
messing omhulsel. Alleen ben ik nog niet tevreden over de stoomdom. De
onderzijde mist nog een messing kraag. Die moet er dan
aangesoldeerd worden. Nu weet ik nog niet of ik dat goed voor elkaar
krijg.